Toepassing van windrichting- en windsnelheidssensor in luchtvaartveld
De "pitotbuis" op het vliegtuig is een typische pitotbuis-windsnelheidssensor en is een uiterst belangrijk meetinstrument in het vliegtuig. De installatielocatie moet zich in het gebied buiten het vliegtuig bevinden waar de luchtstroom minder wordt beïnvloed door het vliegtuig, doorgaans direct vóór de neus, verticale staart of vleugeltips. Wanneer het vliegtuig vooruit vliegt, stroomt de luchtstroom de pitotbuis in en zal de sensor aan het uiteinde van de buis de impactkracht van de luchtstroom waarnemen, dat wil zeggen de dynamische druk. Hoe sneller het vliegtuig vliegt, hoe groter de dynamische druk. Als je de druk vergelijkt wanneer de lucht stil is, dat wil zeggen de statische druk en de dynamische druk, kun je weten hoe snel de lucht naar binnen stroomt, dat wil zeggen hoe snel het vliegtuig vliegt. Het hulpmiddel voor het vergelijken van de twee drukken is een holle, ronde doos met een gegolfd oppervlak gemaakt van twee zeer dunne metalen platen bovenaan en onderaan, de zogenaamde diafragmadoos. De doos is verzegeld, maar heeft een buis die op de pitot is aangesloten. Als de snelheid van het vliegtuig hoog is, zal de dynamische druk toenemen, zal de druk in de balg toenemen en zal de balg uitpuilen. Een apparaat bestaande uit kleine hendels en tandwielen kan de vervorming van de balg meten en met een wijzer weergeven. Dit is de eenvoudigste luchtsnelheidsindicator voor een vliegtuig.
De door de pitotbuis gemeten statische druk kan ook als rekenparameter voor de hoogtemeter worden gebruikt. Als de balg volledig is afgedicht, zal de druk binnenin altijd gelijk zijn aan de druk van de grondlucht. Op deze manier, wanneer het vliegtuig de lucht in vliegt, neemt de hoogte toe en neemt de statische druk gemeten door de pitotbuis af, de balg zal uitpuilen en de vliegtuighoogte kan worden gemeten door de vervorming van de balg te meten. Dit type hoogtemeter wordt een barometrische hoogtemeter genoemd.
De snelheid gemeten door de pitotbuis is niet de werkelijke snelheid van het vliegtuig ten opzichte van de grond, maar alleen de snelheid ten opzichte van de atmosfeer, daarom wordt dit luchtsnelheid genoemd. Als er wind is, moet de snelheid van het vliegtuig ten opzichte van de grond (grondsnelheid genoemd) ook worden opgeteld bij de windsnelheid (met de wind mee vliegen) of afgetrokken van de snelheid van de wind (tegen de wind in vliegen).
Met de ontwikkeling van moderne wetenschap en technologie worden ook enkele nieuwe windsnelheidssensoren, zoals lasers, gebruikt bij windsnelheidsdetectie. Er wordt aangenomen dat in de nabije toekomst verschillende nieuwe windrichting- en snelheidssensoren steeds vaker zullen worden gebruikt in bouwmachines, spoorwegen, havens, dokken, energiecentrales, meteorologie, kabelbanen, milieu, kassen, landbouw en andere gebieden.