Kent u het gebruik van meetpennen?
(1) Het kan worden gebruikt voor het meten van de nucleaire fase bij laagspanning om te bepalen of er draden in het circuit in fase of uit fase zijn. De specifieke methode is om op een van de grond geïsoleerd object te gaan staan, een meetpen met beide handen vast te houden en vervolgens te testen op de twee te testen draden. Als de twee meetpennen zeer helder licht uitstralen, zijn de twee draden uit fase; Integendeel, het is in fase, wat wordt beoordeeld op basis van het principe dat het spanningsverschil tussen de twee elektroden van de neonbel in de meetpen recht evenredig is met de lichtsterkte ervan.
(2) Het kan worden gebruikt om onderscheid te maken tussen wisselstroom en gelijkstroom. Als bij het testen een testpen wordt gebruikt en beide polen in de neonbubbel van de testpen licht uitstralen, is dit een wisselstroom; Als slechts één van de twee polen licht uitzendt, is het gelijkstroom.
(3) Het kan de positieve en negatieve polen van gelijkstroom bepalen. Sluit de testpen aan op een gelijkstroomcircuit om te testen, en de elektrode met de neonbel die schijnt is de negatieve elektrode, terwijl de elektrode zonder de neonbel schijnt de positieve elektrode is.
(4) Het kan worden gebruikt om te bepalen of de DC geaard is. In een DC-systeem met isolatie naar aarde kan het staan op de grond worden gebruikt om met een meetpen contact te maken met de positieve of negatieve polen van het DC-systeem. Als de neonbel van de meetpen niet brandt, is er geen aardingsverschijnsel. Als de neonbel oplicht, duidt dit op aarding. Als het oplicht aan de punt van de pen, duidt dit op een positieve aarding. Als het op het uiteinde van de vinger schijnt, is er sprake van een negatieve aarding. Er moet echter op worden gewezen dat deze methode bij DC-systemen met aardingsbewakingsrelais niet kan worden gebruikt om te bepalen of het DC-systeem geaard is.
Classificatie van meetpennen
Classificeer op basis van het niveau van de gemeten spanning
Hoogspanningstestpen: gebruikt voor projectactiviteiten van 10 kV en hoger, als dagelijks testinstrument voor elektriciens;
Laagspanningsmeetpen: gebruikt voor het detecteren van geladen objecten met een lijnspanning van 500V en lager.
Zwakstroomtestpen: gebruikt voor het testen van elektronische producten, met een algemene testspanning van 6v -24v. Voor gebruiksgemak wordt de pen vaak geleverd met een geleidingsdraad met aan het uiteinde een klem.
Classificatie volgens contactmethode
Contacttestpen: Een detectiehulpmiddel dat elektrische signalen verkrijgt door contact te maken met een geladen object. Meestal in de vorm van een rechte schroevendraaier, kan het worden gebruikt als testpen en als rechte schroevendraaier; Penstijl, weergave van meetgegevens rechtstreeks in het LCD-venster.
Inductieve testpen: deze maakt gebruik van inductieve tests en vereist geen fysiek contact. Het kan de spanning op besturingsdraden, geleiders en stopcontacten controleren, of de open circuitpositie langs de draden controleren. Het kan de persoonlijke veiligheid van testpersoneel aanzienlijk garanderen.