Vijf technieken voor het meten van het vochtgehalte van katoen
Tip #1: Gebruik een hygrometer
Bij het oogsten van tientallen hectares katoen (of meer) zijn handmatige detectiemethoden voor het controleren van het katoenpercentage MC onpraktisch. Eenvoudige aanrakingstesten kunnen geen kwantificeerbare meting van het vochtgehalte van katoen opleveren.
De ovendroogtest is, indien correct uitgevoerd, zeer nauwkeurig en duurt te lang om het vocht in het katoen tijdig te meten voor de oogst of het egreneren. Wanneer u een meetresultaat verkrijgt uit voldoende katoenmonsters zodat u goed op de hoogte bent van het vochtgehalte van katoen, heeft het resterende katoen mogelijk al een aanzienlijke verandering in percentage MC gezien!
Vochtmeter katoen daarentegen kan binnen enkele seconden in plaats van uren betrouwbare metingen geven van het vochtgehalte van uw katoen.
Tip #2: Wanneer moet je vocht meten?
Over het algemeen is het belangrijke moment om het vochtgehalte van katoen te meten de oogst en opnieuw tijdens het egreneringsproces. U kunt ook het vochtgehalte van het katoen controleren voordat u het verkoopt, om aan te geven hoeveel van het gewicht uit vocht komt.
Voordat u katoen door de gin voert, kunt u controleren op vocht om lange vezels van hoge kwaliteit te garanderen door u te laten weten of het katoen droog of vochtig moet zijn. Door het vochtgehalte tijdens het verkoopproces te controleren, weet uw koper dat hij een eerlijke marktprijs ontvangt en dat er geen kosten in rekening worden gebracht voor een te hoog watergehalte.
Tip #3: Kies de juiste elektrode voor de klus
In verschillende stadia van de katoenoogst kent katoen veel verschillende vormen. Van watten en zaadkatoen tot grote pluizige witte katoenen zakken, voor dit soort werkzaamheden is het belangrijk om meetapparatuur te hebben die geschikt is.
Als u het vochtgehalte in watten of zaadkatoen wilt testen, is een kleine cup-elektrode (zoals een 52-E/C-elektrode) wellicht een beter type elektrode om te gebruiken. Met deze elektrode plaatst u eenvoudig een katoenmonster in een kopje, drukt u er stevig op met uw vingers (ook als het monster daarna nog steeds uit het kopje overloopt) en drukt u vervolgens op de afleesknop op de vochtmeter.
Het is belangrijk om te onthouden dat het testen van zaadkatoen mogelijk niet zo nauwkeurig is als het testen van watten. Dit komt omdat de zaden in katoen een hoger vochtgehalte kunnen hebben dan katoenpluis, en de willekeur van het aantal zaden in een bepaald monster.
Om de katoenen zak te testen, moet u een verlengde elektrode gebruiken om de binnenkant van de zak binnen te dringen om te testen op vocht. De 30-E/C-elektrode is zeer geschikt voor dit doel, omdat deze twee geïsoleerde pinnen heeft van 24 centimeter (9 1/2 inch) lang. Dankzij het isolatiemateriaal op de pinnen kunnen ze het diepste deel van de bundel binnendringen en u vochtigheidsmetingen geven op een specifieke diepte, in plaats van de oppervlaktevochtigheid op de bundel.
In bijzonder dicht opeengepakte bundels kan het nodig zijn dat een zware elektrode, gemaakt van stalen staven, de bundel binnendringt om metingen te verkrijgen.
Om katoen te meten dat al tot garen is verwerkt, zijn kortere elektroden met meerdere contactpunten (zoals 37-E/C) geschikter voor het verkrijgen van betrouwbare metingen.
Tip #4: Bevredigend katoenvocht
Volgens informatie aangehaald door het Amerikaanse ministerie van Landbouw ligt het gemiddelde vochtgehalte van katoen bij het meten van het vochtgehalte van katoen vóór het egreneren tussen 6,5 en 8 procent. Bij dit percentage MC zal de kwaliteit van het uit katoen verwerkte garen hoger zijn dan wanneer het vochtgehalte van katoen aanzienlijk afneemt.
Katoen dat natter is dan 8 procent MC kan gemakkelijk aan de machine blijven plakken, waardoor verstoppingen ontstaan die de productie belemmeren en zelfs dure apparatuur beschadigen.
Prompt # 5: Controleer de kalibratie van het instrument
Goed onderhoud en onderhoud, zorgvuldig vervaardigde hygrometers van betrouwbare fabrikanten zijn hulpmiddelen waarop u jarenlang kunt vertrouwen. Het is echter nog steeds belangrijk om de kalibratie van het instrument regelmatig te controleren om ervoor te zorgen dat u nauwkeurige resultaten verkrijgt.
Er zijn verschillende methoden om de instrumentkalibratie te controleren, waaronder:
Gebruik referentiemeters. Neem een ongebruikt instrument en vergelijk de vochtigheidswaarden van twee katoenmonsters.
Gebruik Vochtgehalte Standaard (MCS). Met deze handige kleine apparaten kunt u de nauwkeurigheid van het instrument testen door consistente weerstandswaarden te leveren. Als het door het instrument geretourneerde resultaat niet de waarde van MCS is, weet u dat de kalibratie van het instrument is uitgeschakeld.
Gebruik de ingebouwde kalibratiecontrole. Sommige vochtigheidsmeters, zoals het C-2000-instrument van Delmhurst, hebben ingebouwde kalibratiecontroles. Door op de knop te drukken kan het instrument een controle uitvoeren en weet u direct of het goed werkt.
