Welke veiligheidsmaatregelen moet ik nemen als ik een multimeter gebruik?
A. Gebruik geen beschadigde meter. Controleer de meterkast voordat u de meter gebruikt en noteer de isolatie nabij de aansluitbus.
b.Controleer de testpennen op beschadigde isolatie of blank metaal, controleer de aan/uit-aard van de pennen en vervang beschadigde pennen voordat u de meter gebruikt.
c.Gebruik de meter niet wanneer de werking abnormaal lijkt, zodat de bescherming op dat moment beschadigd kan raken. Stuur bij twijfel de meter op voor service.
d.Gebruik de meter niet in de buurt van explosieve gassen, dampen of stof.
e.Voer niet meer dan de nominale spanning in die op de meter is aangegeven op twee aansluitpunten of tussen een aansluitpunt en de aarde.
f.Verifieer de meter door vóór gebruik een bekende spanning met de meter te meten.
g. Schakel bij het meten van de stroom de stroom naar de lijn uit voordat de meter op de lijn wordt aangesloten.
h.Gebruik bij onderhoud aan de meter alleen gelabelde vervangingsonderdelen.
i.Let vooral op bij het meten van AC-spanningen van 30 V gemiddeld, 42 V piek of 60 V DC of hoger, aangezien dergelijke spanningen een schokgevaar kunnen veroorzaken.
j.Houd uw vinger achter de stop van de meter wanneer u de testmeterpen gebruikt.
k. Sluit tijdens het meten de openbare testpen (zwarte pen) aan voordat u de aangedreven pen (rode pen) aansluit; Wanneer u de verbinding verbreekt, koppel dan eerst de aangedreven pen los voordat u de openbare pen loskoppelt.
l. Verwijder bij het openen van het batterijcompartiment alle testpennen uit de meter.
m. Gebruik de meter niet als het batterijcompartiment of het meterbehuizingsgedeelte niet strak of losjes is afgedekt.
n.Wanneer het goedkeuringssymbool voor lage batterijspanning " " verschijnt, vervang dan de batterij zo snel mogelijk om mogelijke elektrische schokken of persoonlijk letsel door onjuiste metingen te voorkomen.
o.Gebruik de multimeter niet voor het meten van spanningen anders dan de CAT-classificatieklasse die op de multimeter wordt weergegeven.