Wervelstroommeetprincipe van laagdiktemeters
Hoogfrequente AC-signalen genereren elektromagnetische velden in de sondespoel, en wanneer de sonde de geleider nadert, worden er wervelstromen in gevormd. Hoe dichter de sonde zich bij het geleidende substraat bevindt, hoe groter de wervelstroom en hoe hoger de reflectie-impedantie. Deze feedbackfunctie karakteriseert de afstand tussen de sonde en het geleidende substraat, dat wil zeggen de dikte van de niet-geleidende coating op het geleidende substraat. Vanwege hun gespecialiseerde vermogen om de dikte van coatings op niet-ferromagnetische metalen substraten te meten, worden dit soort sondes gewoonlijk niet-magnetische sondes genoemd. De niet-magnetische sonde maakt gebruik van hoog-frequente materialen als spoelkern, zoals een platina-nikkellegering of andere nieuwe materialen. Vergeleken met het principe van magnetische inductie is het belangrijkste verschil dat de meetkop anders is, de frequentie van het signaal anders is en de grootte en schaalrelatie van het signaal anders zijn. Net als de magnetische inductiediktemeter bereikt de wervelstroomdiktemeter ook een hoge resolutie van 0,1 µm, een toegestane fout van 1% en een bereik van 10 mm.
Een diktemeter gebaseerd op het principe van wervelstroom kan niet-geleidende coatings meten op alle geleidende materialen, zoals oppervlakken van ruimtevaartuigen, voertuigen, huishoudelijke apparaten, deuren en ramen van aluminiumlegeringen en andere aluminiumproducten, waaronder verf, plastic coatings en geanodiseerde films. Het coatingmateriaal heeft een bepaalde geleidbaarheid, die ook kan worden gemeten door middel van kalibratie, maar vereist is dat de verhouding van de geleidbaarheid tussen de twee minimaal 3-5 keer verschillend is (zoals verchromen op koper). Hoewel het stalen substraat ook een geleidend materiaal is, is het toch geschikter om magnetische principes te gebruiken voor metingen bij dit soort taken.






